Air Liquide viert opstart Antwerpse waterstoffabriek

Air Liquide heeft haar nieuwe waterstoffabriek op de site van Covestro in het Antwerpse havengebied officieel in gebruik genomen. De eerste testresultaten tonen aan dat de prestaties van de unit nog beter zijn dan werd verwacht. Het project heeft 82 miljoen euro gekost.

De bouw van de fabriek begon ongeveer twee jaar geleden. Vanwege de beperkingen rond Covid-19 werd dit een grotere uitdaging dan voorzien en vanzelfsprekend leidde dit tot vertraging. Zo zou er voor de opstart van de fabriek gespecialiseerd personeel van Air Liquide uit landen als Duitsland, Polen, Saoedi-Arabië, Spanje, Kazachstan en Italië overkomen. Vanwege de reisbeperkingen kon dit niet. De vertraging bleef beperkt dankzij de flexibiliteit en inspanningen van het Engineering & Construction team, evenals dat van Covestro en de betrokken contractors. Eind vorig jaar werd de First Industrial Production (FIP) mijlpaal behaald.

Hergebruik stoom

De fabriek is een zogenoemde SMR-X, waarbij SMR staat voor Steam Methane Reformer. In een gangbare SMR reageert hoge druk stoom (H2O) met aardgas (CH4) tot waterstof (H2) en kooldioxide (CO2). In dit proces blijft ook stoom over. Een SMR-X is echter zo ontworpen dat de stoom niet overblijft om elders te worden gebruikt, maar binnen het proces wordt hergebruikt. Daardoor kan het fornuis minder groot worden uitgevoerd en is het stoomsysteem ook nog eens eenvoudiger.

Zo’n twintig procent van de hitte die voor het proces nodig is, komt via warmte-uitwisseling in een SMR-X terug uit het proces. Dat levert een besparing van vijf procent op. Vijf procent minder operationele kosten want vijf procent minder gebruik van aardgas voor de productie van stoom. Maar ook de uitstoot van CO2 gaat daarmee met vijf procent omlaag. En daar komt nog bij dat Covestro een deel van de geproduceerde CO2 gebruikt als grondstof voor de productie van ammoniumcarbonaat.

Covestro

De fabriek gaat zo’n 56.000 kubieke meter waterstof per uur produceren. Veertig procent daarvan gaat naar Covestro die het inzet bij de productie van aniline. De resterende zestig procent gaat via het Air Liquide pijpleidingennetwerk naar andere klanten.

Delen:
Author