Kabinet vraagt Europese steun voor groene transitie

In het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) dat minister Sigrid Kaag van Financiën naar de Tweede Kamer stuurde, adresseert het kabinet ook de groene transitie. Zo hervormt het kabinet de energiebelastingen en scherpt men de CO2-heffing voor de industrie en de vliegbelasting aan. Ook de nieuw aangekondigde offshore windparken (1,25 miljard euro) en bestaande waterstofinitiatieven (73 miljoen euro) staan in het voorstel voor Europese steun.

De EU-landen werden het in 2020 eens over een coronaherstelfonds van 750 miljard euro. De EU helpt met dit geld landen bij het herstel van hun economie na de coronacrisis. EU-landen kunnen aanspraak maken op het geld door plannen uit te voeren waarmee zij hun economieën sterker en weerbaarder maken. De EU eist dat lidstaten minstens 37 procent van de uitgaven besteden aan klimaatgerelateerde investeringen.

Het Nederlandse conceptplan bestaat uit 39 maatregelen, waarvan 23 investeringen en 16 hervormingen. De focus van de plannen ligt onder meer op klimaat, digitalisering, volkshuisvesting, kansengelijkheid, en de arbeidsmarkt.

Groene transitie

Het conceptplan bevat een pakket aan maatregelen die de groene transitie in Nederland moeten bevorderen. Zo hervormt het kabinet de auto- en energiebelastingen en scherpt men de CO2-heffing voor de industrie en de vliegbelasting aan.

Het kabinet stelt ook voor te investeren in groene waterstof. Het voorstel Groenvermogen van de Nederlandse economie investeert in een groene-waterstof-ecosysteem met klein- en grootschalige demonstratieprojecten, een R&D-programma en een human capital programma. Het voorstel moet toepassingen van groene waterstof in de chemie, transport en zware industrie versneld mogelijk via innovatie en kostenreductie.

De indieners van het plan willen starten met een aantal kleinschalige projecten van maximaal vijftig megawatt. Deze moeten regionale ketens ontwikkelen van productie, opslag, transport en toepassing van groene waterstof. Vervolgens wil men een aantal faciliteiten bouwen voor grootschalige productie van waterstof  (totaal 300 megawatt) .

Als laatste stelt men voor één of meerdere faciliteiten te bouwen voor grootschalig gebruik van groene waterstof in processen die nu nog afhankelijk zijn van aardgas. De demonstratiefaciliteiten moeten de haalbaarheid demonstreren van grootschalige (circa 100 megawattt) elektrolyse en toepassing van waterstof.

Offshore wind

Een belangrijk onderdeel van de Nederlandse aanpak voor de energietransitie is de inzet op windenergie op zee. Om extra windenergie op zee mogelijk te maken wijst het kabinet in het Programma Noordzee 2022-2027 windenergiegebieden aan. Met ruimte voor 10,7 gigawatt extra windenergie tot en met 2030 (tot een totaal van 21 gigawatt in 2030). Het realiseren van extra windenergie veroorzaakt wel inpassingskosten voor andere sectoren. Onder andere de netversterking op land zal extra kosten met zich meebrengen.

Keuzes

Alle voorstellen samen tellen op tot een hoger bedrag (7,7 miljard euro) dan waar Nederland aanspraak op kan maken (4,7 miljard euro). Op basis van de inbreng van de Tweede Kamer, de consultatie van de belanghebbenden, en de dialoog met de Europese Commissie werkt het kabinet aan het opstellen van een finaal plan. Het streven is om dit in juni 2022 aan de Tweede Kamer te presenteren.

 

Delen:

breg@industrielinqs.nl