Chemiebedrijf Nobian versnelt doelstelling nul CO2-uitstoot met tien jaar
Zout- en chemiebedrijf Nobian versnelt de doelstelling van nul CO2 uitstoot van 2040 naar 2030. Minister Adriaansens, van Economische Zaken & Klimaat, en Michael Koenig, CEO van Nobian, ondertekenden een intentieverklaring. Dit is een onderdeel van de maatwerkafspraken tussen de overheid en grote bedrijven om CO2-uitstoot versneld te reduceren.
Versnellen van CO2-reductie en gasverbruik
De ondertekening vond plaats tijdens een werkbezoek van minister Adriaansens aan het Chemie Park en de productielocatie van Nobian in Delfzijl. De intentieverklaring omvat projecten waarmee Nobian de huidige duurzaamheidsdoelstelling van nul uitstoot in 2040 met nog eens tien jaar wil versnellen naar 2030. Een belangrijk onderdeel daarin is de elektrificatie van de zout- en stoomproductie van Nobian in Delfzijl en Hengelo. Ook wordt ingezet op het versneld vervangen van elektrolyse-installaties in Rotterdam, waardoor het stroomverbruik met 135 GWh per jaar vermindert, en de uitstoot in de productie van essentiële chemicaliën voor de chemie verder wordt gereduceerd. De verwachting is dat de projecten samen zo’n 550 kT CO2-uitstoot, 350 mln. m3 gasverbruik en 430 ton NOx-uitstoot zullen besparen. 2,5% van de CO2-doelstelling voor de industrie en zo’n 1% van het gasverbruik in NL (280.000 huishoudens).
Versnelde reductie van CO2 en gasverbruik
Door te investeren in elektrificatie kan uitstoot worden verminderd en gas worden bespaard. Dit gebeurt door het plaatsen van industriële warmtepompen ( mechanical vapor recompression installaties) in de zoutfabrieken van Nobian in Hengelo en Delfzijl. Verder kijkt Nobian naar een grotere inname van duurzame stoom en wil Nobian driekwart van de staande chloor-elektrolysecapaciteit in de chloorfabriek in de Botlek vervangen door de modernste technologie. Hierdoor kan het stroomverbruik verder worden verminderd, wat tevens ruimte creëert op het net voor andere partijen om in te zetten op elektrificatie. Een ander onderdeel van de afspraken is dat gekeken wordt hoe extra ondergrondse opslagcapaciteit voor waterstof in zoutcavernes kan worden ontwikkeld, als onderdeel van de waterstof backbone in Nederland.
Belangrijke stap naar bindende afspraken
Na de ondertekening van de intentieverklaring worden de projecten in meer detail uitgewerkt. Hier maken ook de betrokken provincies Groningen, Zuid-Holland en Overijssel deel van uit. Een belangrijke uitdaging is dat bestaande installaties versneld moeten worden afgeschreven en grote investeringen naar voren gehaald. Gekeken zal worden naar de technische en bedrijfseconomische haalbaarheid, de benodigde financiële structuur, investeringen en de benodigde overheidsondersteuning. De plannen zullen worden beoordeeld door een onafhankelijke beoordelingscommissie. Het streven is om voor eind 2023 bindende afspraken te maken.
