Verbundsite BASF Ludwigshafen

Basf snijdt in Ludwigshafen: schrapt 2600 banen en sluit fabrieken

Basf kondigde vandaag bij het bekend maken van de jaarcijfers over 2022 ook een ingrijpend reorganisatieplan aan. Het bedrijf sluit een aantal fabrieken op haar verbund-site in Ludwigshafen en schrapt 2600 banen, vooral bij ondersteunende diensten. Het bedrijf ziet zich genoodzaakt deze maatregelen te nemen vanwege de moeilijke omstandigheden in Europa.

Hoewel de omzet in 2022 met 87,3 miljard euro met ruim 11 procent steeg ten opzichte van 2021, kwam de winst (EBIT) van het bedrijf met 6,9 miljard euro juist 11,5 procent lager uit. De lagere winst was vooral te wijten aan de oorlog in Oekraïne en de gestegen kosten voor grondstoffen en energie.

Hoge energiekosten in Europa

Het bedrijf slaagde erin de hogere kosten door te berekenen in de afzetprijzen, maar de volumes daalden en vooral in de segmenten Chemicals en Materials waren de marges laag terwijl de vaste kosten stegen. Vooral de energiekosten wegen zwaar op het resultaat van de Duitse groep. Wereldwijd liepen de kosten op tot 3,2 miljard euro. Hiervan kwam 84 procent voor rekening van de Europese vestigingen. Dat ging met name om gestegen kosten voor aardgas. Ook de beperkingen van het aandeel in Wintershall en het vertrek uit Rusland van het bedrijf drukten negatief op de resultaten. Wintershall zag haar inkomsten op haar beurt wel flink stijgen, mede dankzij de hoge gasprijzen.

Besparen

Voor 2023 verwacht Basf een omzet tussen de 84 en 87 miljard euro en een winst rond de 5 miljard. De eerste zes maanden van 2023 zullen volgens het bedrijf zwak zijn. Om in te spelen op de verslechterde omstandigheden kondigde Basf een kostenbesparingsprogramma aan in Europa. Tegen het einde van 2024 wil het bedrijf meer dan 500 miljoen euro besparen. Hert gaat daarbij met name om maatregelen in Duitsland. De besparingen hebben met name invloed op de service en operations en R&D afdelingen. De helft van de kostenbesparingen moeten op de verbund-site in Ludwigshafen worden behaald.

Banen schrappen

Het bedrijf wil diensten bundelen, structuren vereenvoudigen en de R&D efficiency vergroten. Het resultaat is dat 2600 banen geschrapt worden. Aanpassingen op de site in Ludwigshafen moeten leiden tot een jaarlijkse kostenbesparing van 200 miljoen euro tegen 2026.

Sluiten

Zo wordt de caprolactamfabriek, een van de twee ammoniakfabrieken en de bijbehorende kunstmestfabriek op de site gesloten. De caprolactamproductie in Antwerpen is volgens het bedrijf voldoende om de Europese markt te bedienen. De productie van adipinezuur wordt gereduceerd en de fabrieken voor cyclohexanol, cyclohexanon en natriumcarbonaat worden gesloten. Basf produceert samen met Domo in Frankrijk adipinezuur, deze productie zal de Europese markt bedienen. De polyamide 6.6 fabriek in Ludwigshafen, dat adipinezuur als percursor gebruikt, blijft wel draaien.

De TDI-fabriek en de plants voor percursoren DNT en TDA sluiten ook. De TDI vraag groeit amper en de fabriek draait op een laag percentage en heeft nooit kunnen voldoen aan de economische verwachtingen. Door de hogere energie- en utiliteitskosten wordt dit probleem versterkt. TDI wordt voortaan geleverd door de Amerikaanse plant in Geismar, de Yeosu plant in Zuid-Korea en de plant in Shanghai.

Met de sluiting van de fabrieken vervallen zo’n 700 banen in de productie. De Basf CEO Martin Brudermüller denkt dat het grootste deel van hen bij andere Basf-fabrieken aan de slag kan. Door de herstructureringen bespaart het bedrijf 200 miljoen euro op de site. Ook zal het energieverbruik dalen. Daarbij gaf het bedrijf aan dat het ook andere maatregelen neemt om het aardgasgebruik terug te dringen, onder andere door de stoomkraker te voeden met etheen dat een bijproduct is van de acetyleenproductie. Ook is een ongebruikte syngasfabriek opnieuw in gebruik genomen.

Delen:

jacqueline@industrielinqs.nl