BP, Nouryon en Havenbedrijf Rotterdam onderzoeken samen de haalbaarheid van een waterelektrolyse-installatie van 250 megawatt. Daarmee zou maximaal 45.000 ton groene waterstof per jaar kunnen worden geproduceerd voor de raffinaderij van BP in Rotterdam. De partners willen in 2022 een definitieve investeringsbeslissing over het project nemen.

Op dit moment gebruikt de BP-raffinaderij waterstof gemaakt uit aardgas voor de ontzwaveling van producten. Groene waterstof wordt geproduceerd door elektrolyse van water met hernieuwbare elektriciteit van bijvoorbeeld windmolens op zee. ā€˜Het gebruik van groene waterstof, gemaakt uit water met hernieuwbare energie, heeft de potentie om een aanzienlijke vermindering van emissies in Rotterdam te realiserenā€™, stelt Ruben Beens, CEO BP Nederland.

In 2017 liet BP Raffinaderij Rotterdam al een haalbaarheidsonderzoek doen naar een fabriek voor groene waterstof in de Europoort. Begin 2018 stelde Beens naar aanleiding van het onderzoek op de site van de VNPI dat het verdienmodel ervan nog wankel was. ā€˜Het zou het mooiste zijn als we zelf een waterstoffabriek zouden kunnen bouwen. Maar daar zijn wel een aantal dingen voor nodig. Enerzijds moet je een goede businesscase hebben. Het maken van waterstof door middel van elektrolyse blijkt namelijk nog erg kostbaar. Anderzijds moet wanneer je duurzame energie gaat gebruiken in het productieproces van fossiele energie, daar wel maatschappelijk draagvlak voor zijn.ā€™

Infrastructuur

Inmiddels zijn we ruim een jaar verder en liggen er nieuwe plannen met partners Nouryon en Havenbedrijf Rotterdam. Nouryon, dat een leidende positie heeft op het gebied van elektrochemie, zou de installatie kunnen bouwen en exploiteren. En Havenbedrijf Rotterdam kan de lokale infrastructuur faciliteren. Het gaat dan in eerste instantie om de locatie van de electrolyser. De installatie kan geplaatst worden waar de stroom aan land komt, op het BP-terrein of eventueel op een andere locatie. Deze keuze bepaalt wat uiteindelijk zal worden getransporteerd: groene stroom of waterstof. Daarnaast gaat het ook om de infrastructuur die nodig is voor aanlevering van water. Een electrolyser heeft immers water nodig om deze H2O-moleculen te splitsen in waterstof en zuurstof.

Verder zal ook worden gekeken of dit project de opmaat is naar een ringleiding voor waterstof in het havengebied. Er loopt al een haalbaarheidsstudie naar de bouw van een installatie voor blauwe waterstof, het H-vision project. Hierbij wordt de waterstof geproduceerd op basis van aardgas waarbij de vrijkomende CO2 wordt afgevangen en gebruikt in kassen of opgeslagen in gasvelden onder de Noordzee. Blauwe waterstof geldt als versneller en wegbereider van groene waterstof, onder andere omdat voor de productie van blauwe waterstof zuurstof nodig is. Bij productie van groene waterstof komt juist zuurstof vrij.

Grootschalige productie

Voor een CO2-neutrale Rotterdamse industrie in 2050 is grootschalige productie van waterstof nodig. Volgens studies van het Wuppertal Institut gaat het dan om tien tot dertig maal de capaciteit van de beoogde 250 megawatt elektrolyse-installatie. En dat is dan alleen nog maar de vraag van de industrie in Rotterdam. Het Havenbedrijf onderzoekt daarom ook de ontwikkeling van een zogenoemd conversiepark van 2 gigawatt. Hier zou een concentratie van elektrolyse-installaties kunnen komen. Dat zou onder andere moeten leiden tot lagere kosten, met name voor de verbindende infrastructuur.