TNO heeft een nieuwe methode ontwikkeld om bio-koolstof te maken. Met de EnerChar-methode wordt biomassa vergast tot koolstof. Als grondstof zet TNO houtresten en reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie in.
TNO vergast afvalresten uit de tuin- en bosbouw en voedingsindustrie tot koolstof. Dit kan worden ingezet als grond- of hulpstof voor de productie van staal en batterijen of de tuinbouw. De technologie heeft zich op kleine schaal bewezen. De volgende stap is om in een demonstratieproject aan te tonen dat het ook volcontinu en kosteneffectief kan.
Bij het vergassen van biomassa wordt een kleine hoeveelheid zuurstof gebruikt. Een klein deel van het eigen gas wordt gebruikt voor de verhitting van het proces zelf. Afhankelijk van de duur van het proces en de gebruikte temperatuur bevat de vaste stof die overblijft, na de ontgassing, steeds meer koolstof en steeds minder andere elementen zoals waterstof en zuurstof. Naarmate de houtresten op hogere temperaturen worden verhit neemt het aandeel koolstof in de overblijvende vaste stof toe tot welĀ 85%. De energie-inhoud van de biokoolstof neemt ook flink toe als de hoeveelheid koolstof in de vaste stof toeneemt. Deze vaste stof behoudt de oude structuur van de biomassa. Hierdoor ontstaat een poreus, lichtgewicht materiaal met een groot oppervlak. Het kan water opslaan in de poriĆ«n en het kan ook materialen aan zich binden en werk doen zoals actief kool bij allerlei zuiveringsprocessen.
Het proces heeft een groot temperatuurbereik, 350-850 graden Celsius. Het kan bovendien met verschillende gassen werken, lucht, stoom, rookgassen en CO2. Door de temperatuur, de tijdsduur of het gebruikte gas te variƫren kan het EnerChar proces biokool met verschillende samenstellingen en kwaliteiten leveren.