We ontkomen op korte termijn niet aan ondergrondse opslag van CO2 (CCS), als we onze klimaatambities serieus nemen, stelt prof. Earl Goetheer van TNO en de TU Delft. De hoogleraar pleit wel voor een verstandige inzet van CCS. Doen wat moet, maar niet meer dan nodig.
In Nederland zijn er mogelijkheden om CO2 grootschalig ondergronds op te slaan. En hoewel dat misschien niet de meest elegante route is, komen we er volgens Goetheer niet onderuit. In ieder geval niet als we de klimaatambities serieus nemen. ‘Als we op de huidige voet doorgaan, dan zitten we in 2032 in het traject van boven de twee graden opwarming. We moeten op korte termijn dus al maatregelen nemen. Natuurlijk komen er interessante innovaties aan, maar technologieontwikkeling heeft echt tijd nodig.’
Onder de grond
De technologie voor CCS en bijvoorbeeld mineralisatie zijn op de korte termijn beschikbaar. Goetheer: ‘We moeten er wel mee aan de slag. Want op den duur CO2 uit de atmosfeer halen, lijkt me echt geen goed idee. Daar is de CO2 enorm verdund aanwezig.’ Dat wordt volgens hem zoeken naar spelden in een hooiberg.
Het is echter wel een tussenoplossing. Met CCS stop je de CO2 onder de grond en dat is het dan. Niet echt cyclisch. ‘Ik geloof niet zo in de ideeën om de opgeslagen CO2 er op den duur er weer uit te halen om het als grondstof in te zetten. Eenmaal onder de grond, moet je het er laten zitten. Het komt er per slot van rekening ook vandaan.’
Emissieloos waterstof
In het juni-nummer publiceert Petrochem een volledig interview met Earl Goetheer. Aanleiding is de Enlightenmentz-award die TNO onlangs kreeg voor een betaalbare methode om emissieloos waterstof te maken. Het principe van deze ‘turquoise’ route is eigenlijk heel eenvoudig. Je leidt methaan, aardgas of biogas, door een bad van gesmolten metaal en het waterstofgas ontsnapt en kun je er boven afvangen. De koolstof die bovendien ontstaat, blijft er opdrijven omdat die lichter is dan metaal.