Het Spaanse Repsol investeert zestig miljoen euro in een fabriek die kortgezegd CO2 en water gaat omzetten in brandstoffen. Deze zijn vervolgens geschikt voor gebruik in auto’s, vliegtuigen, vrachtwagens en andere machines.
De installatie komt in de haven van Bilbao te staan en moet binnen vier jaar operationeel zijn. De nabijgelegen Petronor-raffinaderij gaat CO2 afvangen, een van de grondstoffen van de fabriek. Water, de tweede grondstof, wordt met hernieuwbare energie gesplitst zodat groene waterstof beschikbaar komt voor het productieproces.
In eerste instantie krijgt de installatie een capaciteit van vijftig vaten synthetische brandstof per dag. Afhankelijk van de resultaten is deze capaciteit in een later stadium schaalbaar. De conceptuele engineering begint dit jaar.
Gas uit afval
Repsol steekt daarnaast twintig miljoen euro in een installatie voor de productie van gas uit stedelijk afval. Ook hiervoor heeft Repsol de haven van Bilbao op het oog. Het geproduceerde gas gaat naar het productieproces van de Petronor-raffinaderij.
In een eerste fase gaat de pyrolyse-installatie ongeveer tienduizend ton stedelijk afval per jaar verwerken. De capaciteit kan dan in een later stadium naar ongeveer honderdduizend ton per jaar. Dat komt volgens Repsol overeenkomt met al het stedelijk afval uit de omgeving.