De Rotterdamse plannen voor blauwe waterstof zijn weer wat concreter geworden. Het H-vision consortium rondde de verdieping en actualisatie van de haalbaarheidsstudie af. De betrokken partners kregen meer inzicht in mogelijkheden, voorwaarden en dilemmaā€™s voor grootschalige productie en toepassing van blauwe waterstof.
H-vision wil een volledige waardeketen ontwikkelen voor blauwe waterstof. Dit is inclusief productie, transport, opslag en aansluiting op de infrastructuur voor het onderzees opslaan van afgevangen CO2. De consortiumpartners concretiseerden de afgelopen maanden het concept van het project op het gebied van techniek, inpassing in het industriecluster, benodigde infrastructuur en financiƫle uitwerking. De waterstof van H-vision krijgt de functie van brandstof voor de industrie en productie van elektriciteit.
H-vision maakt waterstof uit grote hoeveelheden raffinaderijgassen en op basis van hoogcalorisch aardgas. Raffinaderijgassen leveren zoā€™n negentig procent van de basis voor blauwe waterstof. De CO2 die bij de productie van blauwe waterstof vrijkomt, wordt meteen afgevangen en opgeslagen in lege gasvelden onder de Noordzeebodem.
Technologie
Voor het opwekken van hoge temperaturen kunnen de industriƫle processen met beperkte aanpassingen overschakelen op blauwe waterstof als primaire energiedrager. Een belangrijke aanpassing is de vervanging van gasgestookte branders voor branders die geschikt zijn voor zowel (aard)gas als gas met een zeer hoge waterstofinhoud.
Volgens de huidige inzichten zal de productie plaatsvinden met gebruik van hogedruk Auto Thermal Reforming (ATR). Deze technologie is de afgelopen fase bevestigd als voorkeurstechnologie, vooral gezien de schaalvoordelen en operationele flexibiliteit. ATR is echter nog geen definitieve keuze. Hiervoor zijn aangescherpte kostenramingen nodig. Ook wordt nog gekeken naar een aanpak met partial oxidation (POX)-technologie.
CO2-reductie
In de opbouw van het project is nu een eerste fabriek opgenomen van circa 750 megawatt. Deze kan eind 2026 worden opgeleverd en blauwe waterstof leveren aan de procesindustrie voor het opwekken van warmte, en ook aan producenten van elektriciteit. Een volgende waterstoffabriek kan de totale capaciteit van H-vision op ruim 1500 megawatt of meer brengen. Dit is mede afhankelijk van de marktontwikkeling voor waterstof.
Het gebruik van waterstof vervangt de bestaande inzet van restgassen en aardgas. Dit levert een CO2-reductie op van jaarlijks 0,9 miljoen ton na de bouw van de eerste fabriek, oplopend tot 2,7 miljoen ton na de bouw van de tweede fabriek.
Vanaf de productielocatie zal de waterstof per pijpleiding naar de afnemers in de haven worden getransporteerd. Recentelijk kondigden Havenbedrijf Rotterdam en Gasunie plannen aan voor de komst van een open-access waterstofbackbone door het havengebied. H-vision heeft in deze fase de voorkeur voor ontwikkeling van een eigen netwerk tussen productielocatie en afnemers. In een later stadium kan het netwerk altijd nog worden gekoppeld aan de backbone.
Zuiverheid
De inzet van de blauwe waterstof als brandstof houdt rechtstreeks verband met de kwaliteit van de energiedrager, en dat heeft weer verstrekkende gevolgen voor investeringskosten. Voor het opwekken van warmte in de procesindustrie is een waterstofkwaliteit van rond de 95 procent zuiverheid toereikend. Dat is een verschil met groene waterstof.
Deze waterstof wordt gemaakt op basis van door zon en windenergie aangedreven elektrolyse. De kwaliteit hiervan ligt boven de 99 procent. Daarmee is groene waterstof uitermate geschikt als grondstof voor de chemische industrie, voor het ontzwavelen van brandstoffen in raffinaderijen, voor mobiliteitsdoeleinden en als grondstof voor het produceren van schone brandstoffen.
De zuiverheid van blauwe waterstof kan worden opgewaardeerd tot die van groene waterstof, maar dit brengt zowel hogere investerings- als operationele kosten met zich mee. In dit verband werkt het projectteam van H-vision met een aantal onbekendheden aangezien de precieze kwaliteit waterstof die door het leidingnetwerk in het havengebied gaat stromen nog niet definitief is bepaald. Dit geldt eveneens voor waterstof in de nationale backbone van Gasunie.