Drie partners bundelen hun krachten voor het afvangen en hergebruiken van CO2 in Wallonië. Zij gaan CO2 uit een nieuw type kalkoven combineren met groene waterstof om er methaan van te maken. Daarbij maken ze gebruik van micro-organismen.

De drie partners – Carmeuse, Engie en John Cockerill – integreren reeds beschikbare maar ook nieuwe technologieën. Carmeuse is verantwoordelijk voor de bouw, de ingebruikname en de exploitatie van de innovatieve kalkoven. Het nieuwe eraan is dat deze een geconcentreerde CO₂-stroom mogelijk maakt. De stroom omvat zowel de CO2 uit de stookovens als de CO₂ die vrijkomt bij de omzetting van kalksteen in kalk, uit het proces dus.

John Cockerill is verantwoordelijk voor het ontwerp, de engineering en het in bedrijf nemen van de elektrolyse-installatie. Deze krijgt een capaciteit van 75 megawatt en wordt gebouwd op een site van Engie in de regio van Charleroi. Engie op haar beurt is verantwoordelijk voor de bouw en exploitatie van de elektrolyse-eenheid. En via dochter Storengy ook voor de bouw en de exploitatie van het methanatie-proces.

Archaea

De technologie voor dit laatste proces is van Electrochaea. Dit bedrijf gebruikt micro-organismen, archaea, om kooldioxide samen met waterstof om te zetten in methaan. Electrochaea heeft al meerdere pilots gedaan en er draaien al demofabrieken op industriële schaal, in de Verenigde Staten, Zwitserland en Denemarken.

Volgens de initiatiefnemers kan het project resulteren in een reductie van meer dan 900.000 ton CO₂-uitstoot gedurende de eerste tien jaar. De totale investeringskosten voor het project schatten ze in op meer dan 150 miljoen euro. Als de uitvoering van het project in 2022 van start kan gaan, kunnen de installaties in 2025 operationeel zijn.