Het stilleggen van de bouw van de biobrandstoffenfabriek op het Shell Energy and Chemicals Park in Pernis, kost de oliemaatschappij tussen de 600 miljoen en 1 miljard dollar. Dat blijkt uit een afschrijving van Shell op het project. Deze week maakte de multinational bekend de bouw van de fabriek tijdelijk te stoppen om naar manieren te zoeken om de kosten van het project te verlagen en te ‘beoordelen wat de meest commerciële aanpak voor het project is’.

Shell bouwt op haar site in Pernis in de Rotterdamse haven een biobrandstoffenfabriek met een capaciteit van 820 duizend ton per jaar. Het bedrijf nam in september 2021 de definitieve investeringsbeslissing voor de fabriek. Shell wil hier SAF en hernieuwbare diesel uit afval produceren.

Maar de marktomstandigheden vallen momenteel tegen vanwege de hoge prijs voor biobrandstoffen, waardoor de vraag achterblijft. Ook branchegenoot BP schroefde recent plannen voor de productie van biobrandstoffen terug.

Ook zet Shell een afwaardering in de boeken van 600 miljoen tot 800 miljoen dollar op zijn grote olieraffinaderij en petrochemisch park in Singapore, aldus persbureau Bloomberg. Shell maakte in mei bekend die bezittingen te verkopen aan een bedrijvenconsortium dat bestaat uit het Indonesische Chandra Asri Group en grondstoffenhandelaar Glencore.

Verder meldde Shell in een voorlopige update dat de resultaten bij de gashandel in het afgelopen kwartaal in lijn liggen met vorig jaar, maar wel lager zijn dan in het eerste kwartaal van dit jaar door seizoenseffecten. Het bedrijf komt op 1 augustus met volledige kwartaalcijfers.

Foto: Shell