De prijzen voor kolen, gas en elektriciteit hebben een flinke invloed op het opereren van de kolencentrale van Uniper op de Maasvlakte. Plantmanager Yolande Verbeek leert medewerkers die markt begrijpen. ‘Ze zijn meer betrokken en enthousiaster. Ook krijgen we hierdoor een betere bedrijfsvoering en ontstaan creatieve oplossingen.’
Aan de rand van de Eerste Maasvlakte staat de kolencentrale van Uniper, die in 2016 in gebruik is genomen. Deze zogeheten MPP3 heeft een capaciteit van 1100 megawatt. Naast dat ze elektriciteit levert aan het Nederlandse net, is Uniper ook leverancier van stoom en utilities aan haar industriële buren.
De kolencentrale is onderwerp van menig discussie. Net als de hele energietransitie. ‘Dat is een onderwerp dat zich niet beperkt tot werkdagen tussen negen en vijf uur’, zegt Verbeek. ‘Het is veel in het nieuws en ook als je met vrienden onder elkaar bent, gaat het er over. Toen ik in 2018 de stap naar Uniper maakte, heb ik ook wel gedacht: Hoe ga ik nou aan mijn vrienden uitleggen dat ik voor een kolencentrale ga werken? Het is eigenlijk onzin, want ik kan het heel goed uitleggen. Je hebt een betrouwbare basisvoorziening aan elektriciteit nodig in Nederland. Daarnaast sta ik graag aan de basis van het nieuwe energielandschap als kolen worden uitgefaseerd.’
Uniper heeft dan ook al veel plannen om om te schakelen naar andere technologieën, brandstoffen en CO2-neutraal of zelfs -vrij verder te gaan. Nu al maakt ze met gasgestookte eenheden op het terrein stoom van restproducten van industriële buren. Die stoom gebruiken deze bedrijven vervolgens zelf weer voor hun processen. Verbeek: ‘Verder liggen we aan het water waardoor we koelwater naar binnen kunnen trekken. Dat komt dan in onze spuivijver uit en is iets warmer dan zeewater. Die warmte gebruikt een ander bedrijf op de Maasvlakte in zijn proces. Het kenmerkt onze filosofie dat alles wat we kunnen gebruiken, moeten gebruiken.’
Yolande Verbeek (Uniper): ‘Ik sta graag aan de basis van het nieuwe energielandschap als kolen worden uitgefaseerd.’
Andere brandstoffen
Naast kolen gebruikt Uniper ook andere brandstoffen voor haar centrale. Als enige kolencentrale kan Uniper diermeel, restafval uit de slachtindustrie, gebruiken. Uniek in Nederland. Daarnaast is biopropaan, een bijproduct van de buurman op de Maasvlakte ook een grondstof. ‘Als derde stroom gebruiken we houtpellets’, vertelt Verbeek. ‘Vijftien tot twintig procent van de kolen kunnen we vervangen door hout. Daarmee verlagen we onze CO2-uitstoot. We krijgen er acht jaar subsidie voor, wat het rendabel maakt. Zonder subsidie gaat het niet. We weten dat in de politiek discussie is over hoe lang we dit nog willen als maatschappij. Aan de andere kant produceren wij met het hout een stuk van de groene elektriciteit die Nederland nodig heeft. Voor nu zien wij dit als een goede stap in de transitie. Maar we breiden het niet uit. Niet in de hoeveelheid hout en ook niet in jaren naar achteren toe. Simpelweg omdat je dit als eerste stap in de transitie moet zien en niet als een blijvende brandstofstroom. Het is een tussenoplossing om een stap de goede kant op te zetten in afwachting van de volgende technologie.’
Patroon
Met de mix aan brandstoffen en de wisselende gas-, kolen- en elektriciteitsprijzen moet Uniper elke dag een puzzel leggen. ‘Wij zijn zodanig groot dat wij soms prijsbepalend zijn’, zegt Verbeek. ‘Dat vind ik zelf een bijzonder fenomeen. Als wij produceren zijn de elektriciteitsprijzen lager en zouden we soms moeten beslissen om onze installatie uit te zetten. Maar dan gaan de prijzen weer omhoog.’
De laatste tijd probeert Uniper er op de Maasvlakte steeds beter voor te zorgen dat medewerkers deze patronen begrijpen. Verbeek: ‘Ik vind het belangrijk dat operators zicht hebben op hoe de gas- of kolenprijs zich beweegt en dat ze begrijpen waarom wij met ons vermogen omhoog of omlaag gaan. Voorheen deden ze gewoon wat ze opgedragen kregen. Nu proberen we wel echt het inzicht in de markt bij de medewerkers te brengen.’
Oplossing
Het zorgt er volgens de plantmanager voor dat ze veel meer betrokken zijn en een goede relatie kunnen leggen met wat ze in hun werk doen. ‘Als operators bijvoorbeeld weten dat het spannend is op de markt of dat er krapte is, dan zullen ze een omschakeling van kolen naar hout voorzichtiger of niet doen. Ook testen worden dan uitgesteld omdat ze weten dat ze voor leveringszekerheid moeten kiezen. Door medewerkers op dit gebied te informeren hebben we niet alleen een betere bedrijfsvoering, maar het zorgt ook voor enthousiastere mensen. Ze voelen zich onderdeel van het geheel, zijn niet alleen een uitvoerend orgaan, maar denken echt mee. Daar komen ook creatieve oplossingen uit voort die voor hen het werk makkelijker maken.’
Zo is door medewerkers een oplossing bedacht om meer ondersteuning aan netbeheerder Tennet te kunnen bieden. ‘Als Tennet één megawatt meer of minder wil, is dat voor de 1070 megawatt centrale een hele kleine prikkel’, vertelt Verbeek. ‘Daar kunnen wij eigenlijk niet op reageren, want dat wordt gezien als ruis. Onze eigen mensen bedachten om een batterij voor de centrale te schakelen. Die kan eerst op zo’n prikkel van Tennet reageren, waarna de centrale erachteraan reageert. Dat heeft geleid tot een investeringsproject van bijna tien miljoen euro dat is gebouwd.’
Oude onderdelen
Ook is een synchrone condensor die blindvermogen levert door medewerkers op een bijzondere manier uitgedacht. Blindvermogen is nodig om het net te stabiliseren. ‘Voor Tennet is het zodanig belangrijk dat ze dat van ons af willen nemen als MPP3 niet draait’, legt Verbeek uit. ‘De condensor is gebouwd met onderdelen uit onze oude kolencentrale MPP2. Dat lijkt een klein dingetje, maar het is heel gaaf, want het komt uit de creativiteit van onze eigen mensen. Zij bedachten dat we onderdelen konden hergebruiken van de eenheid die uit bedrijf was genomen. Het is zo veel gaver als het uit je eigen organisatie komt dan wanneer iemand van het hoofdkantoor dat heeft bedacht. Dat is ook hoe ik in de wedstrijd zit. Hoe ik verband probeer te leggen tussen wat er in de wereld gebeurt, wat de markt nodig heeft en wat wij met onze mensen, kennis en site kunnen doen. Hoe meer je dat deelt, hoe meer meters je kunt maken.’
Yolande Verbeek (Uniper): ‘We proberen het inzicht in de markt bij de medewerkers te brengen.’
Puzzelstukjes
En dat is nodig, want vanaf 2030 moeten kolencentrales dicht. ‘Nadenken over de toekomst is voor ons van levensbelang, omdat de kolenexit eraan komt’, zegt Verbeek. ‘De toekomst van onze klanten gaat verder dan het kolentijdperk. Wij willen aan hen blijven leveren. En als bedrijf willen we door met nieuwe dingen.’
Uniper neemt de vlucht naar voren. De nieuwe strategie is om in 2035 CO2-neutraal energie te produceren. Het bedrijf heeft op het moment een heel pallet aan ideeën op tafel liggen. Welke zij daarvan uiteindelijk uit gaat voeren, is nog een zoektocht. Verbeek: ‘Onze kolencentrale kunnen we hopelijk nog tot 2030 inzetten. De ruimte daarnaast zouden we kunnen gebruiken voor blauwe waterstof of een bioraffinaderij. Ook is er genoeg plek om groene waterstof te ontwikkelen. We kijken verder nog naar metal fuels, productie van schone vliegtuigbrandstoffen en een grotere gasgestookte eenheid die de leveringszekerheid voor Nederland voor een deel kan invullen. Daarnaast kunnen we de koppeling met de industrie intensiveren. Mogelijk kunnen we in de toekomst, als je onder de Nieuwe Waterweg doordenkt, zelfs restwarmte in het Westland leveren.’
Het is een tafel vol met ideeën en Uniper moet dan ook keuzes gaan maken. ‘In de fase waarin we nu zitten, brainstormen we veel. Uiteindelijk moeten we kijken welke puzzelstukjes passen en waar we verder mee gaan. Het is een zoektocht, maar als je niet gaat zoeken vind je de oplossing ook niet.’