[vc_row][vc_column][vc_column_text]Minister Van Gennip (SZW) informeerde de Tweede Kamer over de maatregelen die zij wil nemen tegen de arbeidsmarktkrapte. De minister stuurt op het verminderen van de vraag naar arbeid, het vergroten van het arbeidsaanbod en het verbeteren van de match tussen vraag naar en aanbod van arbeid.
Er stond in het eerste kwartaal van 2022 een historisch hoog aantal vacatures open (451 duizend). Tegelijkertijd was de werkloosheid zeer laag: er waren 338 duizend mensen werkloos, oftewel 3,5 procent van de beroepsbevolking. Dat betekent dat er per 100 werklozen 133 vacatures openstonden.
In het verleden zijn er ook periodes van zeer lage werkloosheid en arbeidsmarktkrapte voorgekomen, zoals voorafgaand aan de financiƫle crisis en de coronacrisis. Door de gecompliceerde situatie die na afloop van de coronacrisis op de arbeidsmarkt is ontstaan en de transities waar Nederland nu voor staat, is de krapte nu echter veel urgenter.
Vergrijzing en transitie
Niet alleen de huidige situatie vraagt om actie: de arbeidsmarkt verandert ook structureel. Vanwege een nauwelijks stijgend arbeidsaanbod, een toenemende arbeidsvraagĀ en beperkte dynamiek op de arbeidsmarkt, zal de druk op de arbeidsmarkt de komende jaren groot blijven.
De toenemende vraag naar arbeid heeft deels te maken met noodzakelijke transities en de ambities van het kabinet. Daarnaast zorgt de vergrijzing voor een verschuiving op de arbeidsmarkt. Dat komt zowel doordat veel ouderen de arbeidsmarkt verlaten, als doordat de vraag naar specifieke diensten als (ouderen)zorg toeneemt.
Nieuwe banen
Als overheid en bedrijfsleven niets doen, zullen de tekorten op de arbeidsmarkt in verschillende sectoren de komende jaren alleen maar stijgen. Ook verwacht het kabinet dat door technologische en maatschappelijke ontwikkelingen nieuwe banen zullen ontstaan en bestaande banen zullen verdwijnen.
De minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) komt in het vierde kwartaal met een visie op de economie, waarin de gewenste richting van de economie op de lange termijn wordt beschreven. Hierin zal ook ingegaan worden op de betekenis voor de arbeidsmarkt. Op deze arbeidsmarkt is krapte niet alleen kwantitatief, maar ook een kwalitatief tekort aan werkenden met de juiste kennis en vaardigheden.
Techniek en cultuur
Het kabinet ziet dat dat verwachte aanpassingsmechanismen van de arbeidsmarkt vertraagd en vooralsnog niet voldoende werken om de krapte op te lossen. Bij een aanhoudende krapte stijgen doorgaans de lonen om het tekort aan personeel te kunnen vullen.
Werkgevers kunnen daarnaast ook op andere manieren op de krapte reageren. Bijvoorbeeld door andere arbeidsvoorwaarden aantrekkelijker te maken, kwalificatie-eisen te verlagen en werknemers zelf op te leiden. Ook kunnen werkgevers investeren in arbeidsbesparende technologie, of de werkcultuur onder de loep nemen.
Zes acties
Het kabinet ziet een duidelijke rol voor de overheid om krapte aan te pakken. Dat betekent dat de overheden actiever dan voorheen aan de slag gaan met het wegnemen van obstakels en oplossen van knelpunten die matching verhinderen. En dat de overheid het handelen van werkgevers enĀ werkenden, waar nodig, bijsturen om deze meer in lijn te brengen met maatschappelijke belangen.
Om te zorgen voor een goed functionerende arbeidsmarkt en om krapte te verminderen, zet het kabinet in op drie pijlers: het verminderen van de vraag naar arbeid, het vergroten van het arbeidsaanbod en het verbeteren van de match tussen vraag naar en aanbod van arbeid.
Vanuit dit denkkader werkt het kabinet aan zes acties die krapte kunnen verminderen: stimuleren van technologie- en procesinnovatie, inzet op arbeidsaanbod, verbeteren van de match, stimuleren van meer uren werken, leven lang ontwikkelen en verbeteren aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt.
Daarnaast onderzoekt het kabinet ook verdergaande maatregelen, zoals het aantrekkelijker maken van doorwerken na AOW leeftijd en het praktisch en financieel ontzorgen van mensen die naar krapteberoepen willen overstappen. Andere opties zijn het aanpassen van kwaliteits- en opleidingseisen, verminderen van administratieve druk of bijvoorbeeld een bonus om meer uren werk te stimuleren.
De overheid roept het bedrijfsleven ook op om werk anders in te richten. Niet alle vacatures die werkgevers openstellen zijn geschikt voor mensen die nu nog thuis zitten. Deze doelgroep voldoet niet altijd aan de opleidings- en ervaringseisen, heeft soms meer begeleiding nodig of kan maar een deel van de beoogde taken uitvoeren.
Europees probleem
Het tekort op de arbeidsmarkt is geen uniek Nederlands probleem. Het kabinet heeft een internationale verkenning uitgevoerd. Door een toenemende mismatch bij werkgevers en werkenden, en door demografische veranderingen hebben veel Europese landen met eenzelfde situatie te maken. Ook de sectoren waar de krapte zich voordoet, zijn vergelijkbaar met Nederland, namelijk de gezondheidszorg en de technieksector[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]