De Nederlandse olie- en gasindustrie wil in twee jaar de methaanuitstoot op zee halveren. Om dat te kunnen meten, zijn betrouwbare cijfers nodig. TNO verrichtte daarom offshore metingen bij de gasplatforms in de Noordzee. De gemeten methaanwaarden blijken netjes overeen te komen met de door de industrie gedeelde cijfers.
In augustus tekende de olie- en gasindustrie een convenant om de uitstoot van methaan op de Noordzee in twee jaar tijd te halveren. De olie- en gasmaatschappijen nemen tot het eind van 2020 diverse maatregelen. Die grijpen in op het proces van gaswinning.
Uit onafhankelijke metingen bij vijftig platforms in de Nederlandse wateren blijkt dat de gedeelde cijfers van de industrie kloppen. Daar voelt de sector zich door gesterkt. ‘Goed dat de metingen van TNO bevestigen dat de rapportage van methaanemissies door de olie- en gassector een betrouwbaar beeld opleveren van onze uitstoot, vertelt Jo Peters, secretaris generaal van branchevereniging Nogepa. ‘Nu is het voor ons zaak de emissies van onze activiteiten verder te reduceren.’
Duurzame stroom
Voor die reductie van emissies zijn diverse mogelijkheden. Zo zet de branche op dit moment een deel van het geproduceerde aardgas nog direct in voor de energievoorziening op de offshore platforms. Overschakelen op duurzame stroom leidt al tot een flinke reductie van de uitstoot van CO2. Bovendien is het een effectieve optie om de methaanemissies terug te dringen.
In het convenant hebben beide partijen afgesproken samen verder te onderzoeken wat de randvoorwaarden zijn om elektrificatie van offshore-installaties mogelijk te maken. Daarnaast gaan ze onderzoeken op welke wijze na 2020 verdere emissiereductie mogelijk is.