Eneco en Shell winnen tender HKW IV

Windenergie geeft Nederlandse basisindustrie goede positie om klimaatneutraal te worden

De wereldwijde behoefte aan staal, kunststoffen en basischemicaliën zal nog lange tijd groot zijn,  lijven, ook als ingezet wordt op besparing en duurzame materialen zoals hout. De productie van basismaterialen moet daarom vóór 2050 klimaatneutraal en circulair worden om te voldoen aan Nederlandse en Europese regels en ambities.

Volgens het  Sustainable Industry Lab (SIL), een denktank waarin wetenschappers samenwerken met experts uit de industrie, milieubeweging en overheid, heeft de Nederlandse basisindustrie door de beschikbare hoeveelheid windenergie op de Noordzee, een goede uitgangspositie. Met de elektriciteit en waterstof die dat oplevert, kan de productie duurzaam worden.

Omschakelen naar andere grondstoffen

In het rapport  “Groene keuzes voor de Nederlandse basisindustrie”, zoomen de onderzoekers verder in op de chemie en raffinage. Deze sectoren kunnen van aardolie als grondstof omschakelen naar andere bronnen die koolstof bevatten, zoals biologische resten en afval. De transitie in deze sectoren kan stapsgewijs verlopen, als gaandeweg meer bekend wordt over nieuwe circulaire technieken.

Koolstofafvang

De samenstellers van het rapport denken dat het tegengaan van klimaatverandering dwingender is dan het bevorderen van circulariteit. Als de energietransitie te traag verloopt en fossiele bronnen in gebruik blijven, kunnen de klimaatdoelen toch bereikt worden met koolstofafvang en -opslag (CCS). Ook het concept-Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) van het Ministerie van EZK, dat vorige week verscheen, ruimt een prominente plaats in voor CCS.

Verbondenheid industriële clusters

Het rapport schuwt heilige huisjes niet, door te benoemen dat de vraag naar raffinagecapaciteit daalt als elektrische mobiliteit een grote vlucht gaat nemen. Daardoor neemt weliswaar de export van aardolieproducten naar het buitenland af, maar ook in een circulaire en klimaatneutrale wereld blijft de internationale verbondenheid van industriële clusters, zoals Rotterdam – Ruhrgebied en de Zeeuwse Delta – Vlaanderen zeer groot. Tegelijkertijd neemt de importbehoefte van afval en bioafval uit het buitenland toe om de sprong naar een circulaire economie te kunnen maken, want de industriële behoefte aan niet-fossiele koolstof kan Nederland niet invullen met afval “van eigen bodem”.

Delen:

monique@industrielinqs.nl