Biobrandstoffenfabriek Neste onder verscherpt toezicht milieudienst DCMR

De biobrandstoffenfabriek van Neste in Rotterdam is door milieudienst DCMR onder verscherpt toezicht gesteld. De laatste jaren zijn er veel (zware) overtredingen bij het bedrijf geconstateerd, zoals overtredingen van emissie-eisen, fakkelvoorschriften en meldingen van ongewone voorvallen en overtredingen van het Besluit risico zware ongevallen. Dat blijkt uit een brief van gedeputeerde Meindert Stolk van de provincie Zuid-Holland.

Neste heeft voor de overtredingen meerdere keren een last onder dwangsom gekregen. In de raffinaderij worden onder meer plantaardige oliën, residuen en afvalstoffen opgewerkt tot biodiesel en brandstof voor vliegtuigen. ‘Het bedrijf heeft veelal een reactieve houding en DCMR heeft niet het vertrouwen dat zonder steviger ingrijpen de situatie op korte termijn in voldoende mate verbeterd wordt’, meldt de provincie.

‘Ook een gesprek op directieniveau tussen DCMR en Neste begin 2024 heeft nog onvoldoende tot structurele verbeteringen geleid. Op advies van DCMR is Neste daarom onder verscherpt toezicht geplaatst. Naast de reguliere preventieve inspecties en benodigde repressieve inspecties naar aanleiding van geconstateerde overtredingen en lasten onder dwangsom worden in het kader van het verscherpt toezicht extra inspecties uitgevoerd.’

Extra inspecties

Deze extra inspecties richten zich onder andere op de nieuwe (in gebruik genomen) installaties en opslagtanks. Daarnaast zal tijdens de gezamenlijke Seveso-inspecties extra aandacht zijn voor specifieke voorvallen. De gezamenlijke Seveso inspecties worden uitgevoerd door DCMR, Veiligheidsregio en Nederlandse Arbeidsinspectie.

‘Naar aanleiding van de geconstateerde overtredingen zal de vergunning aangescherpt worden’, kondigt Stolk aan. ‘Ook wordt Neste verplicht om een plan van aanpak op te stellen hoe het bedrijf de naleving structureel wil verbeteren en hoe het bedrijf haar houding van reactief naar proactief verandert. Het plan wordt door DCMR beoordeeld en indien akkoord zal de uitvoering ervan kritisch gemonitord worden.’

Het verscherpte toezicht kan beëindigd worden op het moment dat er ‘een robuuste inzet op cultuurverandering in gang is gezet en geborgd, de naleving aantoonbaar is verbeterd en er geen nieuwe (zware) overtredingen meer worden geconstateerd’, aldus de provincie.

Foto: ANP / Nick Gammon / AFP

Delen:

jacqueline@industrielinqs.nl